Voor advies richt Biologica zich op onderwijsprofessionals en ouders die te maken hebben of krijgen met kinderen en jongeren die sneller denken dan gemiddeld.
Voor kinderen tussen de 6 en 10 jaar kan een individueel onderwijskundig onderzoek worden uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek worden samen met een didactisch advies in een verslag vastgelegd.
Het huidige onderwijssysteem is niet altijd passend. Met name het passend maken voor snel denkende kinderen is soms lastig. Waar vinden deze kinderen aansluiting en hoe moet de stof aangeboden worden om school leerzaam en interessant te houden? Een goed beleid is hierin erg belangrijk, evenals leraren en docenten die deze kinderen herkennen en erkennen. Doormiddel van workshops aan leraren en docenten kan ik kennis en vaardigheden aanleren voor de begeleiding van deze kinderen. Tevens is een coachtraject voor deze leraren en docenten mogelijk. Op schoolniveau kan Biologica meedenken over de missie en visie van de school en het opstellen en implementeren van een beleidsplan voor onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen. x
Hoogbegaafdheid kan op verschillende leeftijden en op verschillende naar voren komen op de basisschool. Het oude beeld van hoogbegaafde leerlingen die “overal in uitblinken” is gelukkig al lang achterhaalt. Hoogbegaafdheid is niet in één term te vangen en kent een grote verscheidenheid aan verschijningsvormen. Het is van groot belang om al zo vroeg mogelijk kinderen met hoogbegaafdheid te signaleren en te begeleiden. Een goed signaleringsplan met een passend aanbod en een ondersteunend beleidsplan zijn hiervoor onmisbaar.
Ook in het VO zijn vaak aanpassingen in het onderwijs nodig om hoogbegaafde leerlingen te laten groeien en ontwikkelen. Ook hier geldt dat het oude beeld van hoogbegaafde leerlingen die “overal in uitblinken” achterhaalt is. Indien de signalering in de basisschooljaren goed is gedaan en begeleid, kan een leerling hier op de middelbare school de vruchten van plukken. Echter, er zal ook een groep leerlingen zijn die zich door ervaringen op de basisschool hebben aangepast. Deze leerlingen hebben zichzelf bijvoorbeeld aangeleerd onzichtbaar te zijn, geen vragen te stellen, niet op te vallen en/of niet uit te blinken. Aangepast of niet aangepast, ook op de middelbare school geldt vaak dat deze hoogbegaafde kinderen behoefte hebben aan extra aandacht en/of een aangepast programma en is een gericht beleidsplan onmisbaar.